Belladonna
Mooi en zeer giftig.
Belladonna, ooit beschouwd als een magische plant of als hekserij, wordt nu gekweekt om te voldoen aan de behoeften van farmaceutische laboratoria.
Maar opgepast: Belladonna is een extreem giftige plant. En haar zwarte bessen, die op kleine kersen lijken, kunnen zelfs dodelijk zijn.
Belladonna: een plant met een lange geschiedenis
Belladonna was al in de oudheid bekend in Mesopotamië. Dichter bij huis, in de 13e eeuw, raadde de heilige Hildegard het gebruik ervan aan als zalf tegen kiespijn. In haar geschriften, wordt de Belladonna plant "dolo" genoemd. Pas in de 16e eeuw werd ze Belladonna genoemd en duidelijk beschreven. Daarna verloor ze haar karakter van magische of toverplant en werd ze gezien als een geneeskrachtige plant, die in apothekerstuinen werd gekweekt.
De oorsprong van de naam Atropa Belladonna
Belladonna officinalis is ook bekend als Atropa Belladonna. Atropa komt van Atropos. En Belladonna betekent "mooie vrouw" in het Italiaans. Atropos is de naam van één van de drie Moires uit de Griekse mythologie. De godin die, volgens de legende, de draad van het leven doorsneed. De Belladonna plant dankt haar naam Atropa Belladonna aan haar gevaarlijke giftigheid. Belladonna is te danken aan de Italiaanse vrouwen die in de 16e eeuw Belladonna-bessen gebruikten om oogschaduw te maken die een speciale uitstraling aan hun ogen gaf. Of, meer bepaald een mydriasis, d.w.z. een abnormale verwijding van de pupil als effect van de alkaloïden in deze plant.
Hoe herken je Belladonna?
Belladonna is een overblijvende plant van de nachtschadefamilie (Solanaceae) waarvan de stengels 1,5 meter hoog kunnen worden. Het heeft ovale bladeren, vaak gegroepeerd in paren en van ongelijke grootte. De bloemen van Belladonna hebben klokvormige kroonkransen met een paarsbruine of geelbruine kleur. De vruchten zijn glanzende zwarte bessen ter grootte van kleine kersen. De Duitsers noemen de Belladonna ook wel "Toll Kirsch", en Nederlandstaligen noemen die “wolfskers” of “slaapbes”, vanwege haar giftigheid natuurlijk.
Waar groeit Belladonna?
In Frankrijk groeit Belladonna zelden in het wild. Als ze wordt gevonden, is dat op open plekken of op puin, bij voorkeur op kalkhoudende grond. Ze komt voor in heel Midden- en Zuid-Europa, West-Azië en Noord-Afrika. Belladonna heeft een belangrijke plaats ingenomen in apotheken en daarom wordt ze nu in veel landen gekweekt. In Frankrijk wordt ze geteeld in de streek van Fontainebleau en in Anjou, en buiten Frankrijk vooral in Midden-Europa (Polen en Hongarije) en Oost-Europa (Bulgarije, Joegoslavië, Rusland).
Opgepast! Belladonna is giftig
Belladonna is giftig en de alkaloïde* die voor deze giftigheid verantwoordelijk is, heet hyoscyamine. Het is een verlammend middel van het parasympatisch zenuwstelsel dat onder meer een verwijding van de pupil en een versnelling van het hartritme veroorzaakt. Belladonna bevat ook twee andere alkaloïden - atropine en wat scopolamine – alsook coumarinen en vele mineralen. Alle delen van de belladonna-plant zijn giftig, maar het zijn vooral de bessen die ongelukken kunnen veroorzaken, vooral bij kinderen die denken dat ze eetbaar zijn. Slechts enkele bessen kunnen dodelijk zijn als ze worden ingeslikt.
Teelt van Belladonna
Farmaceutische laboratoria hebben een grote behoefte aan de teelt van Belladonna en verbeterde Belladonna-planten die rijker zijn aan alkaloïden en een constante kwaliteit garanderen. De planten worden geoogst tijdens het begin van de bloeiperiode, in juni en juli. De plant wordt enkele centimeters boven de grond afgeknipt. De wortels worden in de herfst geoogst, wanneer de 2/3 jaar oude Belladonna-planten worden uitgetrokken. Het drogen moet zeer snel na de oogst gebeuren om mogelijke veranderingen van de actieve bestanddelen te voorkomen. De bladeren worden in dunne lagen uitgespreid en gedurende enkele uren geventileerd. De wortels worden overdwars of in de lengte doorgesneden om het drogen te bevorderen.
* Alkaloïde: een stikstof bevattende plantenbase. Giftige verbinding van plantaardige stoffen.